Reis II Hertogdom Kleef

In 1656 werden verschillende kleine reizen in het Hertogdom Kleef gemaakt. Een bijzondere gift kwam van de rentmeester van de stad Rees, die “uit bijzondere genegenheid uit eigen middelen 200 Kleefse guldens heeft gegeven”. De burgemeester deed ook een duit in het zakje, 30 Reichsthaler (RT), evenals de Reformierte Gemeine (20 RT). In mei bezocht Ds. Johannes Engelen zijn collega Ds. Benninckhofen in Goch. In het Collect Buch staat:

Der Ehrf. Magistrat zur Stadt Goch verehrt der Reformirten Gemeine zu Gennep zu Ausführung ihres Kirchenbaws Zehn Thaler. Signatum den 9 Augusti Ao 1656.
Ex mandato D:D Jacob Heiland Secr.

Vertaald: De eerbare magistraat van de stad Goch schenkt de Reformatorische Gemeente te Gennep voor de uitvoering van hun kerkbouw tien Thaler. Getekend 9 augustus 1656. In opdracht Jacob Heiland, secretaris.

Die reformierte Kirche zu Goch verehret zu oftgedaghtem Kirchenbaw acht Thaler Clevisch. Signatum in consistorio 10 Mey 1656.
Joahannes Bennickhofius
Verbi divini Minister ibidem

Vertaald: De Reformatorische kerk te Goch schenkt voor de geplande kerkbouw acht Cleefse Thaler. Getekend in de kerkenraad, 10 mei 1656
Johannes Bennickhofius
dienaar van Gods woord alhier. 

In die tijd kerkte de protestantse gemeente van Goch in het “Kleine Convent”, een deel van een oud klooster in de binnenstad. Pas in 1697 kon men het oude stadsziekenhuis aan de Markt kopen en geschikt maken als kerk. De gemeente in Goch was (en is) veel groter dan die van Gennep. De verstandhouding met de protestantse gemeente Goch was bijzonder: een gezamenlijke geschiedenis als “Holländische Flüchtlingsgemeinde”, 33 jaar samen één predikant en veel dagelijkse sociale contacten tussen beide steden. De vriendschapsband met Goch heeft door de eeuwen stand gehouden. Bij het zogenaamde Partnertreffen ontmoeten gemeenteleden elkaar 4x per jaar, er zijn gemeenschappelijke diensten bij belangrijke gebeurtenissen en jaarlijks wordt een Projectkoor gecreëerd waar leden van beide gemeenten in meezingen.

Op zijn tocht naar het graafschap Moers overnachtte Johannes bij zijn broer Isaac, predikant in Weeze. De gemeente Weeze schonk 10 RT.

In december bracht Johannes Engelen een bezoek aan Arnold Heinrich von Neukirchen genaamd Nievenheim. De adellijke familie Neukirchen was één van de protestantse families uit de beginjaren van de Reformatie.

Ritmeester Arnold Heinrich was drost in Kleef en hoge ambtenaar (districtscommissaris) over de regio Goch en Gennep en woonde in kasteel Driesberg (rechts) bij Kessel aan de Niers. 

Hij was tevens raadsheer en hofmaarschalk in dienst van de Keurvorst van Brandenburg en diens vrouw Louise Henriëtte van Nassau, de dochter van Frederik Hendrik van Oranje. Arnold Heinrich schonk 100 Kleefse guldens.

De Neukirchens kregen later een eigen bank in de te bouwen kerk en hun wapen boven de ingang (links), dat de eeuwen door behouden is. 

Van het kasteel Driesberg zijn nu nog slechts de torens bij de ingang van de boerderij over.