Reis IV Gelre, Overijssel, Drenthe en Groningen

Op 27 mei 1657 vertrok Ds. Johannes Engelen uit Gennep voor een reis van zes weken naar het hertogdom Gelre, de Heerlijkheid Overijssel, het Landschap Drenthe en de Heerlijkheid Groningen. Hij reisde met het openbaar vervoer: de postkoets en de trekschuit.

Via de Hanzesteden langs de IJssel en Beilen in Drenthe kwam hij op 6 juni aan in de stad Groningen.

We mogen aannemen dat Johannes Engelen daar hartelijk ontvangen werd door de beroemde professor Antonius Deusing, broer van Johan Deusing, burgemeester van Gennep en goede vriend van Johannes Engelen. 

Antonius en Johan Deusing waren in Moers geboren, als zonen van Johannes Otto Deusing, een militair in Staatse (Hollandse) Dienst. Antonius was een zeer begaafde jongen. Op 16-jarige leeftijd, in 1628, werd hij naar de hogeschool in Harderwijk gestuurd. Hij ging in 1631 in Leiden Wijsbegeerte studeren met bijvak wiskunde en Arabische talen en stapte daarna over naar de Geneeskunde. In 1637 werd hij bevorderd tot doctor in de geneeskunde en vestigde hij zich als arts in Moers, zijn geboortestad. Als bijbaantje gaf hij wiskundeles aan het gymnasium in Moers.

In 1640 keerde Antonius terug naar Holland en werd hoogleraar Wis- en Natuurkunde aan de hogeschool in Harderwijk. Hij was toen 28 jaar. Vanaf 1642 was hij daar ook professor in de Geneeskunde en stadsgeneesheer in Harderwijk. In 1646 verhuisde hij naar Groningen en werd hoogleraar in Geneeskunde en Wijsbegeerte aan de universiteit. In 1649 werd hij ook nog “medicus provincialis” en de eerste lijfarts van prins Willem Frederik, de stadhouder van Friesland. Toen Johannes Engelen hem bezocht was hij tevens rector magnificus aan de universiteit van Groningen, de hoogste functie aan de universiteit. Als arts, wijsgeer en beoefenaar van de klassieke en oosterse talen werd Antonius Deusing door weinigen in zijn tijd overtroffen. In 1666 overleed hij tijdens een pestepidemie in Groningen op 53-jarige leeftijd.

Antonius Deusing wass in zijn tijd al heel beroemd en had zeer invloedrijke vrienden. Zijn broer Johan Deusing is vrijwel zeker op voorspraak van hem tot burgemeester van Gennep benoemd. Daarbij gebruikt Antonius Deusing prins Willem II van Oranje en ConstantijnHuygens als kruiwagens…
Op 31 december 1649 schreef Antonius namelijk aan Constantijn Huygens in Denhaag:

Gij hebt meermalen uwe goede gezindheid jegens de Groningsche Universiteit getoond en bent bij uw laatste bezoek alhier zoo vriendelijk jegens mij geweest, dat ik het waag u met een verzoek lastig te vallen. De Keurvorst van Brandenburg heeft bepaald, dat in het gebied van Cleve alleen zij, die in de streek geboren zijn, ambten kunnen bekleden; mijn broeder Johan, die te Gennep sedert jaren schepen was, heeft nu voor anderen moeten wijken. Wij zijn uit Moers, en dus van oudsher onderdanen van den Prins; mijn oom Reinerus Vermeren bekleedt daar ambten. Zou de Prins er niets aan kunnen doen, dat de Keurvorst minder hard optrad tegen de ambtenaren in Cleve en dus ook tegen mijn broeder? Groningae, Prid. Cal. Jan. anni salutis MDCL.

Johannes Engelen kreeg vier rijksdaalders van Antonius Deusing, dat was ruim 10% van het maandsalaris van een predikant. 

Na zijn bezoek aan zijn vriend Deusing ging Johannes Engelen naar professor Franciscus Junius, rechtsgeleerde in Groningen, die eenzelfde bedrag schonk.

Johannes Engelen reisde in totaal ongeveer 700 km in zes weken en bracht 189 Reichsthaler mee naar huis.