Door de eeuwen heen
In 1672 brak de Hollandse oorlog uit tussen Frankrijk en Engeland enerzijds en de Nederlanden anderzijds. De Keurvorst van Brandenburg koos de zijde van de Nederlanden en Gennep werd door Franse troepen bezet en geplunderd; de bevolking werd uitgezogen en geld voor de kerk was er niet meer.
Door de strategische ligging aan de Maas raakte Gennep de eeuwen door vaak betrokken bij oorlogen. In 1763, 100 jaar na de ingebruikneming van de kerk diende de kerk als opslagruimte voor de Franse soldaten in de Zevenjarige oorlog. Na de Franse revolutie werd Gennep in 1794 opnieuw bezet door Franse troepen die een verpauperde stad nalieten aan de Verenigde Nederlanden in 1814. In 1830 brak de Belgische oorlog uit, waarbij Gennep ingelijfd werd bij België.
De kerkbanken waren deels geroofd, deels vernield. De twee broers Minor, die ieder een timmermansbedrijf hadden en beiden lid van de kerk waren, brachten ieder een offerte uit. De kerkenraad wilde geen problemen en gunde hen allebei de helft: Frederik, de oudste moest de banken voor de linkerkant maken, Johannes die aan de rechterkant, waarbij Johannes zich aan de aanwijzingen van Frederik aan moest passen…. Dat verklaarde hij schriftelijk (links).
Het meest heeft de kerk echter te lijden gehad van de bombardementen en beschietingen in het laatste jaar van de 2e Wereldoorlog. In september 1944 werd het centrum van Gennep zwaar beschadigd bij gevechtshandelingen. Gennep lag aan de frontlinie. De kerk werd getroffen door granaten die naast het orgel vielen en een deel van de voorgevel, het dak en de zijgevels verwoestte. De glas-in-loodramen sneuvelden en de punt van de toren werd er afgeschoten. Als door een wonder bleef het haantje (1671) gespaard.
Kort daarna werd de bevolking van Gennep geëvacueerd en hadden wind, regen en sneeuw vrij spel in het interieur.
Op 26 juni 1945 werd de schade opgenomen: Fl. 33.000 voor het gebouw zelf en Fl. 16.000 het interieur.
De kerkbanken en de preekstoel waren beschadigd, maar konden worden hersteld. Het orgel was onherstelbaar beschadigd, kostbare zaken als een antieke kaarsenkroon uit 1671, kandelaars, het zilveren avondmaal gerei en Bijbels waren verdwenen. Een deel van het archief dat in een kist op de orgelgalerij was door bluswater, sneeuw en regen verloren gegaan, waarbij o.a. grote delen van het Collect Buch.
Het kostte heel wat tijd om de benodigde gelden voor de restauratie bij elkaar te krijgen. In 1950 kon de kerk weer in gebruik genomen worden.